koperhulzen
Op zaterdag 7 april 1945 kreeg een aantal
medewerkers van het Scholtenhuis te
horen dat zij de volgende dag om 04:00
uur op het Scholtenhuis moesten zijn. De
volgende dag meldden zich: Ernst Knorr,
Martin Schmidt , de broers Pieter Johan
Faber en Klaas Carel Faber, Helmuth
Johann Schäper, en agenten van de
Ordnungspolizei, te weten; Arnold
Afflerbach, Klotz, Klüge, Thoma, Brauning,
Adam, Stude, Mülller en Pieter Drent, die
aan hen was toegevoegd.

Untersturmführer Ernst Knorr,













commandant van het vuurpeloton.

Op die dag gingen in het Huis van
Bewaring te Groningen omstreeks 05:00
uur verschillende celdeuren open. De
gevangenen was aangeleerd dat zij direct
in de houding moesten gaan staan, zodra
de deur openging. Bewakers snauwden de
gevangenen toe dat ze zich vlug klaar
moesten maken. Tijd om afscheid te
nemen van celgenoten was er niet. Toen
de Scholtenhuis medewerkers aankwamen
in het Huis van Bewaring, wachtten daar
inmiddels elf verzetsmannen in de gang.
Aan elkaar vastgebonden stapten zij op
een vrachtwagen, waarna het konvooi van
twee overvalwagens van Groningen naar
Norg reed. Langs een zandpad, genaamd
de Oude Asserstraat, nabij de
Peesterstraat stopten de wagens. De
mannen moesten uitstappen en lopend
verder naar een verderop gelegen ruig
terrein met hoogteverschil, wat heide en
jonge boompjes.
Knorr gaf Schmidt de opdracht een
vuurpeloton samen te stellen. Ook sprak
Knorr de verzetsmannen toe en gaf aan
dat ze ter dood veroordeeld waren, omdat
ze tegen de Wehrmacht zouden hebben
geageerd. Door de verzetsmannen werd
hierop gereageerd met 'waar zijn jullie in
godsnaam mee bezig?'. De mannen
moesten vervolgens op de grond gaan
liggen voor het vuurpeloton. Agenten van
de Ordnungspolizei stonden in een halve
cirkelvorm om hen heen. De broers Faber
sloten aan de rechterzijde aan en Schmidt
aan de linkerzijde. Het peloton had de
opdracht gekregen de mannen met één
schot te doden. Knorr gaf vervolgens het
commando 'vuren', waarop een luid salvo
van schoten volgde.













Drent verklaarde na de oorlog de voor hem
liggende persoon met een karabijn een
nekschot te hebben gegeven, maar
vervolgens ook nog op twee anderen te
hebben geschoten. Toen het schieten
ophield controleerde Thoma of iedereen
geraakt was en schoot op hen die nog
tekenen van leven vertoonden. Later na
identificatie bleek het om de  volgende 11
personen te gaan : J. Stoffels, M. Zwerver,
S. Dijkstra, W.C. Wardenaar, H. van Dijk,
W.J. Berg, A. Bosscher, R. Zwerver, J.J.
de Vries, H. Bennink en H.P. de Jong.
.
op 2 juni 1947 diende de rechtszaak tegen de gebroeders Faber waartegen de doodstraf werd geeist.
In het Nieuwsblad van het Noorden, staat een volledig artikel hiervan. Klik hier om het te lezen

Gegevens verstrekt in september 1982
door Geert Eleveld, dan wonende aan de
Asserstraat 50 te Norg,  omtrent
schietende Duitsers op zondagmorgen 8
april 1945 bij Bonhagen.

Dit artikel is aangetroffen in het Habing
archief. Meer van dergelijke artikelen  zijn
te vinden op  www.Delpher.nl

Bronnen:
- Habing archief in beheer van de
Historische Vereniging Norch
- Artikel van Gerrit Hazenberg op
Go2War2.nl “Executies in de
bossen van Norg”
- Het Scholtenhuis 1940-1945, deel
1: Daden. Drs. Monique Brinks
- Groningen in oorlogstijd, E.A.J.
Boiten, J.F.J. van den Broek, S.
Broekema, M.G. Buist, J.
Dijkstra, P. Kooij, W. Nijenhuis